Z1.1.1 | Uitwisseling BgZ bij verwijzing of overdracht
Deze pagina beschrijft de uitwisseling in het geval van het versturen van de BgZ bij een verwijzing of overdracht. De Z1.2.1 | TTA Exchanging BgZ - FHIR Notified Pull beschrijft de technische invulling van deze uitwisseling binnen Twiin.
Doel en relevantie
Bij het verzenden van een BgZ naar een andere instelling kan van verschillende varianten sprake zijn.
Een arts verwijst naar een andere arts, of er is een overdracht van een patiënt naar die andere instelling (en afdeling daarbinnen) en de eigen behandeling is daarmee afgelopen.
Een tweede arts doet een deel van de behandeling zonder dat de eerdere arts de (eigen) behandeling beëindigt.
In al deze gevallen spreken we in deze informatiestandaard van verwijzing en/of overdracht. We maken geen strikt onderscheid tussen verwijzen en overdracht, en ook niet op de vraag of de verwijzende arts al dan niet bij de behandeling betrokken blijft. Dat kan per zorgproces nader bepaald worden. De essentie hier is dat de tweede arts een eigen, zelfstandige behandelovereenkomst met de patiënt aangaat.
Bedrijfsrollen
Rol | Toelichting |
---|---|
Verwijzer | De arts die een patiënt verwijst of overdraagt naar een andere arts bij een andere instelling en in het kader daarvan de BgZ deelt. |
Nieuwe behandelaar | De arts van de andere instelling die de BgZ ontvangt en een behandelovereenkomst met de patiënt aangaat (of voortzet). |
Proces en context
Patient journey
Een patiënt is onder behandeling bij een oncoloog in een regionaal ziekenhuis. De patiënt heeft een complexe aandoening, waarvoor de behandeling beter voortgezet kan worden in een nabij academisch ziekenhuis. De behandelend arts verwijst de patiënt door naar het academisch ziekenhuis, en verstrekt daarbij (alle of een deel van) de volgende documenten:
een verwijsbrief;
de BgZ van de patiënt;
eventuele verdere bijlagen of verwijzingen.
De patiënt komt op een consult in het academisch ziekenhuis. De behandelend arts daar opent het eigen EPD en ziet de BgZ en de overige informatie uit het regionale ziekenhuis in. Het academisch ziekenhuis zet de behandeling voort.
Precondities
De patiënt is onder behandeling in een instelling.
De behandelend arts is geautoriseerd om de BgZ te mogen versturen
De behandelend arts besluit tot verwijzing of overdracht.
De gegevens van de patiënt zijn vastgelegd in het EPD.
Behandelend en ontvangend ziekenhuis kunnen digitaal de BgZ uitwisselen.
Trigger event
Het besluit van een arts om een patiënt te verwijzen of over te dragen aan een andere instelling, waar de patiënt onder behandeling zal komen.
Proces
De behandelend arts kiest een instelling en specialisme (en mogelijk een zorgverlener binnen die instelling) waarnaar verwezen wordt.
De behandelend arts rondt de verwijzing af.
De BgZ wordt verzonden.
De stap: "verzenden BgZ" kan expliciet zijn, maar kan ook "onder water" geschieden, bijvoorbeeld als deel van het afronden van de verwijzing.
Een arts in de ontvangende instelling ziet de BgZ in, en neemt (indien gewenst) alle of een deel van de gegevens over. Denk eraan dat opvragen binnen dient te gebeuren binnen de geldigheidsduur waarbinnen gegevensuitwisseling in het kader van de verwijzing mag plaatsvinden. De geldigheidsduur van een verwijzing dan wel overdracht binnen de tweede lijn is gebaseerd op de geldigheidsduur die gehanteerd wordt tussen de eerste en tweedelijns verwijzingen, namelijk één jaar. Dit afgestemd met de volgende koepels FMS, NVZ, NFU en ZKN en wordt tot nader order gehanteerd als veldnorm.